#mooi
De kreeft klopte op de deur van de muis.
"Ja?" zei de muis.
De kreeft stapte naar binnen. Hij had een koffer bij zich die hij op tafel zette.
"Ik ben de kreeft" zei hij.
"Wilt u wat boosheid?".
"Boosheid? "vroeg de muis, die de kreeft wel kende.
"Ja", zei de kreeft korzelig. "Boosheid. U wilt toch wel eens boos zijn?"
"Ja", zei de muis. "Maar als ik boos wil zijn, dan ben ik ook boos. Dat gaat vanzelf."
"Maar wel altijd met de goede boosheid?" vroeg de kreeft, terwijl hij de muis onderzoekend aankeek.
De muis aarzelde.
"Nee", zei de kreeft. "Niet met de goede boosheid dus."
"Ja?" zei de muis.
De kreeft stapte naar binnen. Hij had een koffer bij zich die hij op tafel zette.
"Ik ben de kreeft" zei hij.
"Wilt u wat boosheid?".
"Boosheid? "vroeg de muis, die de kreeft wel kende.
"Ja", zei de kreeft korzelig. "Boosheid. U wilt toch wel eens boos zijn?"
"Ja", zei de muis. "Maar als ik boos wil zijn, dan ben ik ook boos. Dat gaat vanzelf."
"Maar wel altijd met de goede boosheid?" vroeg de kreeft, terwijl hij de muis onderzoekend aankeek.
De muis aarzelde.
"Nee", zei de kreeft. "Niet met de goede boosheid dus."
Hij maakte de koffer open.
"Ik zal u laten zien wat ik allemaal heb."
Het was een donkere koffer en de kreeft haalde een voor een verschillende soorten boosheid tevoorschijn.
"Staat er wel eens iemand op uw tenen bij het dansen?" vroeg hij.
"Ja", zei de muis.
"Dan heb ik hier een lichte boosheid die even snel weer overgaat als hij opkomt", zei de kreeft.
Hij liet een dunne, lichtrode boosheid zien. "Een hele mooie boosheid", zei hij.
Hij keek de muis even aan en vroeg: "Hebt u wel eens iets thuis vergeten als u op reis bent?"
"Ja, heel vaak", zei de muis. "Hoe weet u dat?"
"Dan heb ik hier de ergernis die daarbij past", zei de kreeft.
Er kwam een rimpelige, grijze ergernis uit de koffer.
De muis knikte. Het was inderdaad de ergernis die paste bij iets vergeten.
"Ik heb zo'n soort ergernis al" zei hij.
"Staat er wel eens iemand op uw tenen bij het dansen?" vroeg hij.
"Ja", zei de muis.
"Dan heb ik hier een lichte boosheid die even snel weer overgaat als hij opkomt", zei de kreeft.
Hij liet een dunne, lichtrode boosheid zien. "Een hele mooie boosheid", zei hij.
Hij keek de muis even aan en vroeg: "Hebt u wel eens iets thuis vergeten als u op reis bent?"
"Ja, heel vaak", zei de muis. "Hoe weet u dat?"
"Dan heb ik hier de ergernis die daarbij past", zei de kreeft.
Er kwam een rimpelige, grijze ergernis uit de koffer.
De muis knikte. Het was inderdaad de ergernis die paste bij iets vergeten.
"Ik heb zo'n soort ergernis al" zei hij.
De kreeft liet ook nog een paarse woede zien, een groenachtige kwaadheid en sneeuwwitte razernij.
Onder in de koffier lag iets lichtblauws.
"Wat is dat?" vroeg de muis.
"Dat is geen boosheid" zei de kreeft. Hij kuchte even. "Dat is verdriet. Dat verkoop ik niet. Maar omdat u het bent..."
"Geeft u dat maar", zei de muis.
"Het is eigenlijk weemoed", zei de kreeft. "Het is meer dan verdriet."
Hij gaf de muis de lichtblauwe, half doorzichtige weemoed, deed de koffer dicht en vertrok weer.
De muis ging voor het raam zitten. Hij sloeg de weemoed om zich heen en keek naar de verte. Het was een warme, windstille ochtend in het begin van de zomer.
"Ach...", zei de muis en hij zuchtte diep.
"Wat is dat?" vroeg de muis.
"Dat is geen boosheid" zei de kreeft. Hij kuchte even. "Dat is verdriet. Dat verkoop ik niet. Maar omdat u het bent..."
"Geeft u dat maar", zei de muis.
"Het is eigenlijk weemoed", zei de kreeft. "Het is meer dan verdriet."
Hij gaf de muis de lichtblauwe, half doorzichtige weemoed, deed de koffer dicht en vertrok weer.
De muis ging voor het raam zitten. Hij sloeg de weemoed om zich heen en keek naar de verte. Het was een warme, windstille ochtend in het begin van de zomer.
"Ach...", zei de muis en hij zuchtte diep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten