Ik ben nu bezig in 'Zero', geschreven door Denis Guedj, die ook 'De stelling van de papegaai' schreef. Over de ontwikkeling van het schrift én vooral die van de getallen. #mijnding
Uit een recensie van uitgeverij Ambo:
Zero begint in 5000 v.C., als de rekenkunde nog in de kinderschoenen staat. Indertijd werkte men met een systeem waarbij kleine figuurtjes symbool stonden voor een bepaalde hoeveelheid. Die werden opgeslagen in een bol van klei, en duizend jaar later zou hieruit het kleitablet ontstaan waarop met tekens de optelling werd weergegeven.
Indische cijfers
In Babylonië wordt deze methode verder verfijnd, maar het verloop van optellen, aftrekken en vermenigvuldigen is een proces waar duizenden jaren overheen is gegaan. De grootste opsteker kwam bij de Indiërs vandaan, die de ingewikkelde getalsconstructies hadden vereenvoudigd tot een 9-cijferig systeem. Het tiende cijfer, de 0, werd er in Bagdad aan toegevoegd en aldus stond de basis klaar voor de moderne rekenkunde.
Aémer maal vijf
Guedj laat in alle vijf verhalen de hoofdrol aan de jonge vrouw Aémer, die in allerlei gedaantes opduikt in de streek tussen de Eufraat en de Tigris. In het eerste verhaal als een hogepriesteres in Uruk, daarna als prostituee in Ur, als dromenduider in Babylon, als nachtclubzangeres in Bagdad. In het laatste verhaal, dat zich in het heden afspeelt met de oorlog in Irak als achtergrond, is zij een archeologe die ternauwernood een bomaanslag overleeft.
Toeval en denken
Zero is een prachtig geschreven boek over liefde en getallen. Het is buitengewoon interessante materie, zoals Guedj uit de doeken doet hoe het proces in elkaar stak van het ontstaan van en de evolutie van de cijfers. Een proces dat duizenden jaren bestreek, en waarbij de kleinste mutaties van vooruitgang een toevalstreffer was of logisch nadenken. En de vermenging van kennis natuurlijk, want de Indiërs hebben de rekenkunde een gigantische stap voorwaarts laten maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten